marente de moorIn het juryverslag van de AKO Literatuurprijs stond niet: ‘Viel er dan echt helemaal níets te lachen in De Nederlandse maagd van Marente de Moor? Nee, en dat is best knap voor een boek van 300 pagina’s. Daarom krijgt ze een prijs van 50.000 euro. Hier.’ Wel stond er: ‘In zinnelijk en krachtig proza geeft De Moor haar prachtige personages gestalte. De Nederlandse maagd is een meeslepende, broeierige roman, die nog lang blijft nazinderen.’ Waarbij ik de vraag stel of we hetzelfde boek hebben gelezen. Zinnelijk? Broeierig? Chlamydia, dat is broeierig, De Nederlandse maagd allerminst.

Auteursfoto’s zeggen veel. Neem het beroemd geworden portret van Nescio. Een handelsreiziger met een keurige, bepalende hoed. Daaronder zijn verwonderde blik, die zich op iets richt dat ver weg is, en zijn koele, volkse schrijfstijl verried. De wazige portretfoto van Willem Kloos toont hoe hij –­ clochard tot en met – met zijn benen over elkaar en een wollige snor die op zijn bovenlip rust, in het leven stond. Je voelt dat deze man geleefd heeft, je kunt het haast ruiken. De man moet zo gestonken hebben dat zijn persoonlijke hygiëne allesbehalve een allerindividueelste expressie van de allerindividueelste emotie was.

 De kersverse winnares van de AKO Literatuurprijs moet ook aan haar imago gedacht hebben. Haar auteursfoto is genomen op dat ene moment dat ze haar met nepbont gevoerde kraag krampachtig beethoudt. Haar mond, die een vroege hazenlipcorrectie verraadt, staat voor zover het zwoel kan zijn een stukje open. Twee flinke witte tanden steken tussen de lippen naar voren, en haar ogen met opzichtig gekrulde wimpers kijken de foto af. Er zit iets verschrikts in haar blik, alsof ze zojuist het geslacht van Winston Bogarde heeft gezien of is geschrokken van iets anders groots en engs. Ze was er zo blij mee dat ze hem ook op haar website heeft gezet, nu omgeven door een donkergroene achtergrond waardoor het geschokte bosfee-effect nog iets versterkt wordt. Wat haar ook heeft geraakt, of waar ze van geschrokken is, Marente de Moor straalt op een vreemde manier seks uit op de achterflap. In samenspraak met het AKO-juryverslag, dat het boek ‘zinnelijk’ noemde, moet het een behoorlijk erotisch getint epos inhouden, schatte ik zo in.

In het boek staat de edele schermsport centraal. Nu is dat prikken als je het wel bekijkt inderdaad best een geile aangelegenheid, daar moet ik de jury gelijk in geven. Daarnaast wordt hoofdpersoon Janna door haar vader naar Duitsland gestuurd en in een huis ondergebracht van een man die haar de fijne ‘kneepjes’ van het vak moet leren. Ook dat biedt perspectief. Eenmaal in Duitsland aangekomen boeit dat hele schermen Janna niet zo lang: ze wil vooral weten wat de verhouding tussen haar ‘maître’ en haar vader in de oorlog is geweest. Ze spit hiervoor de brieven door die vaderlief aan haar docent schreef. Ze wordt ondertussen verliefd op de man, die er ongeveer uitgezien moet hebben als een Parkinsonpatiënt die heeft geprobeerd een vuiltje uit zijn oog te halen met een pikhouweel. Al die tijd? Niks om het ook maar enigszins warm van te krijgen.

De lezer moet tot pagina 125 doorploegen om iets van die smeuïgheid te ontwaren waar de jury het over had. Helaas is die opgeschreven op een manier die zo droog is dat je er crackers van kunt maken. ‘Ik voelde eerst zijn schoot, toen zijn terloopse lid.’ Waar zit je schoot? Naast je hurken? En een lid dat terloops is, hoe moeten we dat zien? Verderop: ‘Ik wist zeker dat het uitvoerig was besproken dat ik de schede was geweest van Von Böttichers sabel.’ Zijn dit ‘de geslaagde beelden en metaforen waar De Moor mee goochelt’ en het ‘doet denken aan de kasteelromans en betoverende spookverhalen’ waar de jury over repte? Nee, en ter verdediging van een middeleeuws verhaal als Berte met de grote voeten: de lichamelijkheden werden daarin een stuk minder omslachtig benoemd.

 Het boek, dat is niet dramatisch. De reden waarom ze de AKO heeft gekregen wel. De jury maakt het wel heel erg bont als ze de relevantie voor de huidige tijd duidelijk wil maken: ‘Deze roman belicht de Nederlandse neutraliteit tijdens de Eerste Wereldoorlog op een subtiele manier, die tot nadenken stemt.’ Dat klopt, De Nederlandse maagd stemt tot nadenken, net als de vraag waarom een man tepels heeft. Dat heeft echter nog nooit een prijs van 50.000 euro opgeleverd.

 Het positieve commentaar op het boek werd nog eens door Elsbeth Etty onderstreept, die het vanzelfsprekend vergeleek met iemand die ze lang geleden eens gelezen heeft: W.F. Hermans. Ze ziet de parallel in de ontknoping. Helaas voor De Moor ziet Etty weer spoken, het boek lijkt in niets op iets dat Hermans ooit in zijn hoofd moet hebben gehaald. Metaforen als ‘De nacht had een wolkenlucht achtergelaten die van geen wijken wilde weten’ om de beladen sfeer tussen de hoofdpersoon en haar schermleraar aan te geven, daar is niets Hermansiaans aan. Ook het einde niet. De jury heeft De Nederlandse maagd overschat. Het komt niet in de buurt van Grunberg of Buwalda. Zoiets hoort de AKO Literatuurprijs niet te winnen. En zinnelijk is het ook niet. Zindelijk, ja, dat misschien wel.

 

Marente de Moor De Nederlandse maagd, Querido, 18,95 of gratis af te halen bij de uitreiking van de AKO Literatuurprijs

Archief