Timon Dias combineert de twee meest ergerlijke persoonlijkheden: Geenstijl-redacteur en psycholoog. Kinderlokkers en oorlogscriminelen zijn ergere persoonlijkheden, maar iedereen is het over het algemeen met elkaar eens dat die mensen geen platform verdienen. Helaas is Geenstijl al een platform van zichzelf en psychologen mogen zich zelfs doctorandi noemen als ze vier jaar op de universiteit onderzoeken met n=1 hebben uitgevoerd. En dit stokstaartje met het charisma van een wrattenzwijn denkt dat het hem tot een expert op allerlei gebieden maakt buiten de lekkerste insecten van de savanne.

Het is eigenlijk nog erger gesteld dan zoals het hierboven beschreven staat: Dias is niet alleen een afgestudeerd psycholoog, hij is ook nog eens van oorsprong een hbo’er. En iedereen met gezond verstand weet: eens een hbo’er, altijd een hbo’er. Hij kan nog zozeer zijn best doen om z’n platte accent te verbergen of zich te kleden als een academicus, maar we can always tell. Of anders vertelt Dias het zelf wel op zijn website, waar hij trots zijn hbo-diploma pedagogische hulpverlening plaatst naast zijn universitaire graden in de psychologie. Met andere woorden: hij heeft zijn leven lang geleerd met kinderen te communiceren.

Dan het redacteurschap. Ik heb Geenstijl altijd als de meest beschamende loot van het PC-onkruid beschouwd. Grappig noch goed geschreven is het al vanaf de oprichting een herinnering aan het feit dat om een grap te kunnen schrijven, hbo’ers te allen tijde geweerd moeten worden. Universitair geschoolden kunnen nauwelijks coherent schrijven, laat staan een grap produceren, dus hoe iemand ooit op het idee is gekomen dat hbo’ers het wel zouden kunnen, ontgaat mij volledig. En zodra een grappig bedoelde blog ook wekelijks de immigratie-instroom bijhoudt of de hele twittertijdlijn van de IDF overneemt voor een liveblog, is het duidelijk dat het niet een grap betreft, maar gewoon een oprechte overtuiging. Het enige debielere in deze kwestie is dat het obsessief overnemen van IDF-propaganda door anderen weer wordt onthaald als een ‘sterk staaltje journalistiek’ – toegegeven, dat zijn mensen als Leon de Winter, de man die uitgeholde schedels van Palestijnse kinderen gebruikt om zijn ovenfrieten in te bakken.

Wie zit er achter de Israël-Palestina-liveblogs? U raadt het al, empathicus Timon Dias. U kent hem waarschijnlijk van zijn GS-pseudoniem, @Spartacus. Nu is de enige overeenkomst die Dias heeft met de Thracische gladiator dat hij een Sklavenmoral aanhangt, want naar mijn weten en volgens Dias’ Instagram heeft hij nog nooit parmula en sica gehanteerd. Hij oefent wel met pijl en boog, zoals lafaards graag doen. Heeft u immers ooit van een dappere boogschutter – de echte soort, niet de astrologische variant – gehoord? Nou dan. En nee, Willem Tell telt niet, in de eerste plaats gebruikte die een kruisboog en in de tweede plaats is een kruisboog ook een boog en dus laf.

Dias’ obsessieve persoonlijkheid zou nog te vergeven kunnen zijn als het niet gepaard zou gaan met zijn randdebiliteit; een treinautist is een prima persoon, een treinautist die de serienummers niet kan onthouden niet. Of, in het geval van Dias, iemand die bij elke binaire scheet van een algoritme of LLM in extase geraakt. In februari kwam een AI videogenerator online en Timon zijn ondergoed kon die dag als dorstlesser dienen voor een gevulde club Church: ‘Goedemorgen deze morgen en u bent getuige van de eerste werkelijke quantum leap sinds OpenAI’s ChatGPT. Wat u hier boven en onderstaand aantreft is van een geheel andere orde. In godsnaam kijk naar de textuur en beweging van het “water”.’ Nee, Timon, dit is geen quantum leap, dit is een verzameling bewegende beelden die vooral inspelen op de fantasie van afantasten. Ik weet dat het veel gevraagd is van iemand die psychologie heeft gestudeerd en opkijkt tegen Jordan Peterson – een benzoverslaving zou wel Dias’ achterlijkheid deels kunnen verklaren –, maar digitale beelden gegenereerd door een processor zijn niet indrukwekkend en alleen iemand met een door het internet gladgeschaafd brein zou het tegendeel beweren.

En oh, wat is Dias’ brein gladgeschaafd door het internet. Zijn obsessie met Israëlische ziekenhuisrenovaties doet alleen onder voor zijn obsessie met trans mensen. Er gaat geen maand voorbij of hij heeft er wel een GS-topic aan gewijd, wat wil zeggen dat hij vier populaire tweets heeft bijeengebracht uit het hersendode circuit waarin hij zit met seksvacuüms als Kuitenbrouwer en Caroline Franssen, en er een paar opmerkingen bij heeft geschreven. Natuurlijk niet op een grappige of originele wijze, meestal komt hij niet boven het niveau ‘transvrouw (m)’ uit – dezelfde grap die mijn identiteitsbewijs maakt, en dat is een stuk plastic.

Psychologische verklaringen voor deze obsessie zal ik achterwege laten, ik verlaag mij niet tot dat niveau – spijtig, want ik had graag uitgewijd over het inferioriteitscomplex dat een bruine man naar de Geenstijl-burelen leidt –, maar ik zal nog eens onomwonden zeggen wat ik zie als ik Timon Dias zie posten over het gevaar van trans hink-stap-sprongers, genderneutrale toiletten of andere denkbeeldige dreigingen: een kleingeestige, bange en rancuneuze burgerman met minder schrijftalent dan ik in een estradiolgevulde ejaculatie heb. Het enige dat ik mensen als Timon Dias kan toewensen is het lef eens vrijheid in woord en daad echt te praktiseren en na een schamele afscheidsbrief aan de paar mensen die nog niet weggelopen zijn uit zijn leven vanwege zijn transgendergerelateerde posts, een laatste rustplaats te vinden in het leeuwenverblijf van de dichtstbijzijnde dierentuin waarin hij is gesprongen om aan te tonen dat er een biologisch verschil bestaat tussen mannelijke en vrouwelijke leeuwen. Hopelijk komt hij er dan in zijn laatste minuten achter dat er ook gewoon transgender leeuwen bestaan.

AP

Archief