Dus, de zomer is voorbij. We zijn er weer van verlost. Van al die operettefiguren die ons er wekenlang van overtuigen dat het leven gevierd moet worden (al dan niet ironisch, al herken je de echte Gen Z’er aan zijn/haar/diens radicale gebrek aan ironie. Ik bedoel: het zijn geen oude kutmillenials.) Maar iedereen die na de pubertijd nog gelooft dat het leven iets is dat moet worden gevierd, heeft teveel naar DWDD gekeken, toen dat nog een dagelijkse dosis schaamteloze SSRI-druppels was voor mensen die net te dom zijn om te beseffen dat ze geen smaak hebben, maar wel slim genoeg om te beseffen dat ze hun smaak vooral moeten laten dicteren door iemand anders. Enfin: ik dwaal af. Misschien is dat de zonnesteek, al zal ik snel, zogezegd to the point komen.
De zomer is voorbij. We hebben het overleefd. Helaas misschien, en tegelijkertijd biedt de sombere herfst, veel regen aangelengd met een flinke scheut polderfascisme, hoop. Een eerlijke weerspiegeling van het leven. Niet die constante, manische opgedrongen zorgeloosheid, niet de gevatte satire daarop, nee. Hoera! We hebben het ergste achter de rug. In principe. We zijn verlost van de sportzomer, met allerhande obscure personen die ons meestal doen denken aan Erik Hulzebosch (Voor Gen Z: een onverstaanbare en bij toeval ontstane mutatie in de vorm van een man, die na een tweede plek bij de laatste Elfstedentocht in 1997, geheel conform de nationale mentaliteit, beroemder werd dan de winnaar). We zijn verlost van gespeelde blijheid. Het maakt helemaal niemand uit op welke plek we belanden in de medaillespiegel. Niemand houdt van volleybal, nee: helemaal niemand. Zelfs volleyballers niet. Je doet het niet voor je lol. En mountainbiken al helemaal niet. Als je na je vijfde nog droomt van een ritje op een mountainbike, dan zou je in een ideale samenleving direct, dus zonder wachtlijst, moeten worden doorverwezen naar de jeugdzorg.
Het is voorbij. Allemaal. Haal adem. Ja, we zijn verlost van de schijnbaar eindeloze aanwas van Oranjefans, vrijwillige debielen (dat is dus niet validistisch, het gaat hier om kerngezonde mensen die er doelbewust voor kiezen als debiel door het leven te gaan), die euforisch staan te hossen op de muziek van Rob Kemps (iemand die niet zingt, maar playbackt, omdat zijn stem niet goed genoeg schijnt te zijn, terwijl de muziek zelf zo wanstaltig is dat je je afvraagt hoe zoiets kan. Enfin: Kemps zou in deze hoedanigheid een gedroomde pion van de CIA zijn om terreurverdachten in Guantánamo Bay al hossend en playbackend razendsnel richting bepalende bekentenissen te martelen). We zijn verlost van het dagelijkse besef dat onze muzikale mascotte zich op een groot sportevenement feitelijk niet veel anders gedraagt dan onze Koning.
We zijn er nog. In Nederland. Dat wel, maar als het een beetje meezit in elk geval in Amsterdam. Dat is tenminste nog iets, al zal Ton F. van Dijk zeggen dat je met zulke randstedelijke arrogantie je eigen glazen in gooit, waar ik dan weer tegenin zou willen brengen dat het ingooien van het glaswerk van de UVA in feite ook neerkomt op het ingooien van je eigen glazen, maar dat is een ander verhaal.
We zijn verlost van de gezelligheidsterreur, we hoeven niet meer te doen alsof we in de bloei van ons leven zijn, dat wil zeggen: jullie, ik ben bijna veertig, maar dat is ook weer een ander verhaal, al is het misschien goed om te benadrukken dat ik me er geheel bewust van ben dat met het eindigen van de zomerterreur spijtig genoeg wel weer is gesignaleerd dat Johan Fretz is begonnen met zijn satirische – we sparen hem door niet te formuleren: als satire bedoelde – TikTokfilmpjes, om ons eraan te herinneren dat je bezuinigingen op de kunsten nooit moet laten samenvallen met bezuinigingen op de GGZ, en ook dat sociaaldemocraten allemaal verraders zijn, al is het misschien een beetje gek om daarover te beginnen, aangezien Johan Fretz dit stuk zelf schrijft, en ook omdat we hoewel polemisch heel graag ongelooflijk inclusief zijn, en ondergetekende zelf ooit op een reüniefoto van PC constateerde dat er slechts een persoon van kleur tussen stond, om bij nadere bestudering te concluderen dat het geen persoon betrof maar een zwarte buste van een wit hoofd. Enfin: we dwalen af, het wordt allemaal erg Being John Malkovich nu, waaraan je meteen weer kunt merken dat we te maken hebben met een millenial. Dat meta gelul, nooit eens direct of zonder ruis. Nu we erover nadenken hebben we Johan Fretz en Philip Huff nooit tegelijkertijd samen in een ruimte gezien, al is Huff natuurlijk niet zwart, althans: niet meer, want nu de BLM-golf weer een beetje is gaan liggen, konden we onlangs lezen dat hij het persoonlijk dus echt helemaal geen probleem vond dat de literair recensent van de Volkskrant niet wist wie Anil Ramdas was, al kan het uiteraard ook toeval zijn geweest dat zo’n terloops zinnetje dat zou kunnen duiden op een subtiele verwijdering van de puristische flank van de antiracismebeweging samenvalt met de verschuiving van het politieke klimaat – in het geval van Huff dus, niet van Fretz, Fretz levert namelijk altijd – 24/7, best knap – een tsunami van oudlinkse millenial nostalgie, die ons door hem zelf (door mij zelf dus, sorry, het wordt echt raar nu, maar het is te laat om in te grijpen. Vrij letterlijk: de deadline is al gemist). telkens wordt gepresenteerd als frisse bravoure en oorspronkelijke dwarsheid, vermoedelijk omdat niemand hem durft te vertellen dat zijn held Joop den Uyl (die hij nooit heeft meegemaakt, ook dat kenmerkt de oude millenial) een ongelooflijke zure, domme lul was, die in zijn jonge jaren bovendien sympathie had voor Hitler.
In elk geval is het dus voorbij. Nagenoeg compleet. Al zijn er dus andere negatieve prikkels, al dan niet via TikTok, of in het geval u daar bewust bij vandaan blijft ook via Instagram en X (de echte patiënt post satirische filmpjes door op meerdere sociale media kanalen). Je kunt niet alles hebben.
Hoe dan ook zou ik graag tot de kern komen. Dat lijkt me verstandig, zeker nu we zo langzaamaan tegen de grenzen aanlopen van het haalbare (dit bedoel ik niet poëtisch, ik ben misschien dan wel Johan Fretz en misschien is het inderdaad tijd om eens op zoek te gaan naar iemand die me langdurig werkende Ritalin voorschrijft, ik ben geen Jonathan Safran Foer. Ik bedoel het letterlijk: we lopen aan tegen de grenzen van het haalbare. Mijn beide kinderen zijn wakker, de zomervakantie is voor jullie voorbij, maar is hier beland in de reservetijd en het is zeg maar Ajax – Spurs 2018 – 2019 wat betreft de rustgevende vibe die er vanuit gaat, en de redacteuren hebben me laten weten dat als ik nu mijn stuk niet inlever, ze me dood zullen moeten schieten, wat niet perse een prettig vooruitzicht is, maar op zichzelf natuurlijk al wel een heel stuk moediger dan mijn eigen milde, tamelijk laffe en nog altijd neoliberale, betogen voor het nationaliseren van de voormalige nutsbedrijven. En ook is het heel wat moediger dan het gedrag van enkele oud-redacteuren van PC, toen zij enige tijd terug de gipsen handdruk van mijn goede vriend en collega-auteur Mano Bouzamour uit de literaire Hall of Fame wegnamen en vernietigden (beeldhouwwerken van kleur zijn welkom, maar beeldhouwwerken ter ere van mensen van kleur minder), waarna Bouzamour op het daarop volgende Boekenbal charmant de telefoon van een oud-redacteur pikte, die daar vervolgens een heel drama van maakte, iets wat me eerlijk gezegd nogal tegenviel van Kameraad BN (geen communistische BN’er, we hebben het over De Nuchelaar, De Marx aan ’t IJ, die ik een grote toekomst toedicht, tenminste als de longkanker hem niet te pakken krijgt, maar u ziet: nu dwaal ik alweer af, in elk geval vond ik het nogal flauw om je druk te maken over het afpakken van bezit, ook nog eens een toestel dat onlosmakelijk verbonden was met de vrijgegeven telecomindustrie ten tijden van Paars, dus, nou ja: dit moet BN natuurlijk helemaal zelf weten. Het viel me alleen wel op.).
Tot slot dus. Soort van. (Ook dat is Fretz: er komt nooit een einde aan. Althans niet vrijwillig. Wat dat betreft is het geen Ramdas, al weten we zelf eerlijk gezegd niet wie dat precies is, maar dat geeft niks, in elk geval vindt Philip Huff het geen probleem, al eindigt dit stuk over enige tijd wel in een excelsheet over valse en onterechte polemiek, wat op zich te begrijpen is, als je tenminste beseft dat mensen die duidelijk geen flauw idee hebben wat polemiek is).
Tot slot dus. Alweer? Ja, zeiden we al toch? (Goddank blijft dit een gastbijdrage). Wat ik wilde zeggen is dat we dan wel verlost zijn van de manische Hollandse zomer, maar dat ons nog een ding te doen staat: we moeten afrekenen met de kleinburgerlijke gespeelde en gepassioneerde collectieve RADAR-achtige afrekening die ergens de komende weken, voor de zoveelste keer, zal plaatsvinden na misstanden bij het Amsterdamse Corps. Quote 500 nepo-zwijnen die over vrouwen spreken als asbakken of emmers (smaak en klasse kun je duidelijk niet kopen, al ben je miljardair, dit zou je de verwezenlijking van een communistisch ideaal kunnen noemen, maar dat moeten we nog even navragen bij BN, als die nog leeft?), en dan natuurlijk de vraag of Prinses Amalia, die toch maar Lid wordt, nu de eerdere ophef wat was gaan liggen, of zij als troonopvolger wel bij zo’n club moet willen zitten. En dan krijgen we al die gespeelde verontwaardiging, van al die vrijwillige debielen die in de zomer nog stonden te dansen en springen bij een optreden van de beste vriend van Matthijs van Nieuwkerk, die er steeds meer uit gaat zien als een lesbische vrouw, maar ook dat is een ander verhaal. In elk geval zou ik graag willen afspreken dat een volk dat bij meerderheid bestaat uit vrijwillige debielen en sinds kort ook uit een regering waarin vrijwillige debielen die tevens vrijwillig kwaadaardig zijn, een volk dat een koning heeft die staat te janken als een veulen dat vlak na de bevalling bij de moeder is weggerukt bij een Olympisch potje mountainbiken, een volk dat liever de erfbelasting op het nauwelijks gevulde spaarvarken in standhoudt om de Ali Express Patrick Batemannetjes en toekomstige Annemarie van Galens van Nederland, zonder uitzondering samengesteld uit de corpsleden van vandaag, vrolijk verder te laten gaan met het plunderen van alles dat het collectief dient, ja: ik zou willen afspreken dat we ons deze keer gewoon de klucht besparen om te gaan klagen over de moraal bij een studentenvereniging. Die wansmaak, dat sadisme, die vernedering, het is allemaal niet fraai, maar we moeten er in alle bescheidenheid misschien gewoon maar eens een keer onze bek over houden, zeker zolang we zelf vrolijk blijven knuffelen met tierende uitgevers en op het Boekenbal staan te schuren tegen de psychopathische leden van het acteursensemble van ITA. Misschien is dat speelveld, met zwarte bustes van witte polemisten, waar je schaamteloos randstedelijk kunt zijn, als je er maar tijdig een ironische disclaimer bij zet (millenials zijn niet meer te redden), het speelveld waar je, ik wil het toch nog maar eens benadrukken, echt mag toegeven dat je niet weet wie Anil Ramdas is, of Johan Fretz, ja, misschien is dat speelveld wel het ergste dat dit land heeft te bieden. Helaas niet alleen in de zomer. Integendeel. In de herfst begint het pas. En in de winter is er geen houden meer aan. In die zin, qua hoop en zo, kan die opwarming van de aarde niet snel genoeg beginnen (maar dat zul je die sociaaldemocratische ironische kutmillennial, met zijn niet als satirisch bedoelde new middleclass-bek natuurlijk nooit horen zeggen.).
Johan Fretz
Schrijver