Oei homeboy, that has got to hurt. Harry Mulisch wacht al sinds mid jaren ’50 op die Nobelprijs. Barack Obama zit amper een jaar in Washington en ontvangt nú al een big up vanuit Stockholm. Meneer krijgt een Nobelprijs voor de vrede omdat, nou ja, omdat. Toespraakje in Caïro hier, handje schudden met dictator daar en hoplakee, weer iets moois voor op je schoorsteenmantel. Ondertussen zit Harry huilend met de poedel op schoot zijn sterfdatum nog maar een jaartje uit te stellen. Kop op, Har. Gewoon een roman over hoop en verbroedering der volken schrijven, dan komt het vanzelf.