Hoeveel mensen er het afgelopen jaar in Amsterdam onder de tram kwamen is helaas niet exact bekend, maar witte heroïne eiste in heel 2014 precies drie dodelijke slachtoffers. En dat waren ook nog eens Britten. Toch vond de GGD het nodig ons allen te waarschuwen voor de dreiging van ‘dangerous cocaine’, een exquise genotsmiddel dat de vervelende eigenschap heeft dat het gemakkelijk kan worden aangezien voor huis-tuin-en-keuken-cocaïne. Met alle dodelijke gevolgen van dien.
Het kan u niet ontgaan zijn: enkele van de belangrijkste pleinen in onze hoofdstad worden deze dagen ontsierd door grote matrixborden, bevestigd aan metalen palen die zijn geplaatst op felgele aanhangwagentjes. In de matrixborden knipperen lampjes die de volgende boodschap overbrengen: ‘Extremely dangerous cocaine is being sold to tourists in this area’. Toen ik op het Koningsplein voor het eerst zo’n bord zag was ik van de dode Britten nog niet op de hoogte; mijn eerste gedachte was dan ook dat ik met een kunstwerk van doen had. Dit moest een grap zijn, een creatief commentaar op de reputatie van Amsterdam als drugsmekka. Enkele toeristen staarden er met een zelfde verbazing –en afgrijzen- naar. Je komt naar Amsterdam voor de bloemenmarkt en het Begijnhof, maar wordt geconfronteerd met het feit dat anderen liever hun neustussenschot perforeren, via een spuuglelijk geval dat pontificaal tussen de zeventiende eeuwse architectuur is geplaatst.
Stel: je heet Alex Smith en bent woonachtig in Portsmouth, Groot-Brittannië. Je bent op vakantie in Amsterdam, een stad die je niet kent in een land waar je nog niet eerder was. Op een straathoek koop je van een volslagen onbekende een zakje met wit poeder. In het beste geval is dat een illegaal, zeer verslavend genotsmiddel dat ons land is binnengesmokkeld via de maag van een Zuid-Amerikaan, die het vervolgens onder het toeziend oog van zijn criminele uitbuiters heeft uitgescheten op speciaal voor dit doel aangeschaft vochtafstotend plastic. In het slechtste geval is het… ja, wat eigenlijk? Je kocht het van een volslagen onbekende in een stad die je niet kent. Het kan werkelijk alles zijn. Alles dat wit is en te vermalen valt is in wezen geschikt om aan jou, de Britste drugstoerist Alex Smith, als cocaïne te slijten. En toch kies je er voor dat zakje mee te nemen naar je hotelkamer en de inhoud zonder nadere inspectie in je neus te proppen. Nu vraag ik u: is het werkelijk nodig dat de gemeente ons er op wijst dat daar bepaalde risico’s aan verbonden zijn? Of kan Alex dat wellicht zelf bedenken, bijvoorbeeld omdat hij een volwassen man is met een min of meer volwaardig functionerend brein?
Ondanks het opschonen van de Wallen lijkt de gemeente Amsterdam te volharden in haar streven om de stad te marketen als een soort X-rated Euro Disney. Wat voorbeelden: tot voor kort liet de tram bij het naderen van het Leidseplein nog horen: ‘Leidse Square. Entertainment area’. In de wintermaanden wordt de Dam ontsierd door kneuterige houten hutjes waar producten worden verkocht die niets met Amsterdam, Nederland of goede smaak te maken hebben. En over bierfietsen hoef ik niets te schrijven, want we weten allemaal wat dat zijn en denken er (hopelijk) allemaal hetzelfde over, een beetje zoals met het geklets van Thierry Baudet. De matrixborden zijn een ergerlijke mix van gênante betutteling enerzijds en het faciliteren van onwenselijk gedrag anderzijds.
Mijn favoriete citaat van de grote Arnon Grunberg luidt als volgt: ‘ieder mens heeft recht op zijn eigen dwalingen’. Onze moderne maatschappij biedt schier oneindige mogelijkheden voor zelfbedrog en -destructie. Op iedere straathoek kun je hamburgers kopen waar chemicaliën in zitten die ook bij de productie van yogamatten worden gebruikt. Je kunt jezelf voor schut laten zetten in een programma van Reinout Oerlemans, of je hersenen verpesten door er naar te kijken. Je kunt gokken, drinken, blowen, onveilige seks hebben met Tindermatches, naar de kerk gaan, twerken voor je webcam, aan freefighten doen, Brazilian fartporn downloaden, onder de zonnebank gaan, of de meest vreselijke persoonlijke beledigingen opschrijven en af laten drukken in tijdschriften als Propria Cures of Nieuwe Revu. En dat mag allemaal omdat we –gelukkig- vrij zijn om onze eigen keuzes mag maken, onafhankelijk van het oordeel dat vrienden, familie, buren, de kerk, of de staat daar over hebben. Een vrijheid die echter komt met een prijs: voor de gevolgen draaien wij zelf op. We weten dat sigaretten onze longen verpesten, dat Tindermatches HIV overbrengen, en dat kwetsende dingen over Quinsy Gario schrijven tot geagiteerde tweets van de hokjesman kan leiden. En toch doen we het, omdat we zelf in staat zijn tot een kosten/batenanalyse: ‘Tegen de tijd dat ik longkanker krijg ben ik al uit het raam gesprongen’, ‘Met HIV valt tegenwoordig prima te leven’, en ‘Ik heb schijt aan de hokjesman’ zijn voorbeelden van overwegingen die in deze situaties doorslaggevend kunnen zijn.
Tot op zekere hoogte mag de staat mensen tegen zichzelf in bescherming nemen. Let op: geld lenen kost geld. Geniet, maar drink met mate. En snuif geen coke. Want als je dat wel doet, krijg je van de diender een prent, word je vermanend toegesproken, en zou het zomaar kunnen dat de functie van inkomensconsulent bij het UWV aan je neus voorbijgaat, omdat je er niet in slaagt het benodigde V.O.G. te verkrijgen. Waarschuwen voor ‘gevaarlijke coke’ via spuuglelijke borden is niet nodig: dat coke aanschaffen illegaal is, zou waarschuwing genoeg moeten zijn.